Een tijdje geleden had ik een overleg met een bestuurder. Zij vertelde over een discussie over participatie in de gemeenteraad. De raad vond dat het participatieproces niet goed gedaan was. Terwijl er een uitgebreid participatieproces had plaats gevonden waar de raad zelf aan de voorkant de kaders voor had bepaald. Uiteindelijk leidde de uitkomst van het proces toch tot discussie in de raad.
Dergelijke discussies kun je voorkomen. Hieronder geef ik een aantal aandachtspunten mee voor participatie die in dat geval relevant zijn.
1. Zorg dat het doel van participatie helder is
In de situatie uit het genoemde overleg met de bestuurder bleek dat aan de voorkant, bij het inrichten van het proces, het doel van de participatie niet duidelijk was vastgesteld. Als vooraf niet bekend is met welk doel een participatieproces wordt vormgegeven, dan is het voor het gemeentebestuur lastig om aan de achterkant bij de besluitvorming te toetsen of dat doel gehaald is.
Voorbeeld: als je tot doel hebt om zoveel mogelijk belangen terug te laten komen in je plan, dan zal bij de besluitvorming duidelijk moeten zijn of de resultaten van het proces daadwerkelijk daartoe hebben geleid. Maar ook zal uitgelegd moeten worden wat er met de input van belanghebbenden is gebeurd, hoe die verwerkt zijn of waarom ervoor gekozen wordt met sommige input juist niets te doen.
Het is dus bij elk participatieproces belangrijk om de ‘waarom’-vraag centraal te stellen. Wat wil je als gemeentebestuur bereiken door inwoners te betrekken? Oftewel: wat is het doel van je participatie?
2. Leg het participatieproces vooraf vast
Behalve het doel van de participatie, is het van belang om vooraf duidelijk vast te leggen wat de kaders voor het proces zijn. Dit kan in een participatieplan, een participatievoorstel of een startnotitie.
De kaders zorgen ervoor dat voor iedereen duidelijk is wat de randvoorwaarden van het proces zijn, wat de speelruimte voor invloed is, welke rol de raad heeft in het proces, welke belanghebbenden een rol krijgen en welke rol ze krijgen, enzovoort. Hoe meer aandacht aan de voorkant bij de voorbereiding, hoe betere resultaten en opbrengsten uit het proces je mag verwachten.
Maak ook onderscheid tussen harde en zachte kaders. Welke kaders zijn keihard en kun je niet van afwijken (bijvoorbeeld veiligheidseisen of budgetplafonds) en welke kaders zijn minder hard en kun je gemotiveerd van afwijken (bijvoorbeeld beleidslijnen). En onthoudt ook dat als het nodig is om de spelregels tussentijds te veranderen omdat de opgave daarom vraagt, dat het verstandig is om dan nieuwe spelregels vast te stellen. Tijdens het proces bijsturen is dus heel belangrijk.
3. Weet welke rol je hebt in het participatieproces
Bij participatie is de kaderstellende rol van de raad belangrijker dan ooit. Een proactieve houding in het organiseren van een goed participatieproces is de belangrijkste rol die je als raad kunt hebben bij participatie. Bij goede participatie bepaalt de raad (in de meeste gevallen althans) vooraf de kaders en speelruimte die van belang zijn voor het participatieproces. Als je dat proces niet goed hebt ingericht en vastgelegd, heb je daar de rest van de tijd last van. En wordt de besluitvorming lastiger.
Zorg daarnaast dat je betrokken en zichtbaar bent tijdens participatieprocessen. Inwoners willen gehoord worden. Zorg dus dat je tijdens het proces echt luistert. Toets ook bij deelnemers wat de ervaringen met het proces zijn, zodat je bij de besluitvorming een goed beeld hebt van de belangen (van voor- én tegenstanders) die er spelen. Waak ervoor dat je jouw eigen mening laat horen. Blijf in de rol als bewaker van het proces en wees alleen een toehoorder.
4. Laat los in vertrouwen
Misschien is dit wel de allerlastigste: loslaten in vertrouwen. Want als je als raad ervoor kiest om beslissingsruimte bij inwoners neer te leggen, kies je ervoor om los te laten. En dan kan het gebeuren dat inwoners kiezen voor een oplossing die niet de politieke voorkeur heeft. Wat doe je dan als raad? Ga je dan toch voor de politieke voorkeur en wijk je af van de oplossing die via een participatieproces naar voren is gekomen? Of neem je de gekozen oplossing gewoon over? Dat eerste moet absoluut voorkomen worden. Dit is de doodsteek voor het vertrouwen van je burgers. En bij het verdere proces sta je als gemeente met 10-0 achter. Probeer dat maar weer eens goed te krijgen….
5. Besef dat 100% draagvlak niet bestaat
Waar let je op als het participatieproces is afgerond en het stuk voor besluitvorming voor ligt? Belangrijk is te beseffen dat 100% draagvlak niet bestaat. Draagvlak in een proces is een mooie bijvangst, maar de kans is reëel dat er altijd voor- én tegenstanders zijn van een besluit, hoe goed je je participatieproces ook uitvoert. Zorg daarom dat je alle belangen hoort en erkent, zodat je weet wat er speelt en een goede afweging kunt maken. En bedenk dat de afweging die je maakt voor het besluit, een afweging in het algemeen belang is.
Waar loop jij als raadslid tegenaan bij discussies over participatie in de gemeenteraad?
Meer lezen?
Wil je meer lezen over participatie (voor de gemeenteraad)? Lees dan de volgende blogs:
0 reacties